Dinsdag september 1, 2020
- Kees
- 1 sep 2020
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 2 sep 2020
De enige echte Grote Zoon van Uzès is de econoom Charles Gide die hier al uitgebreid aan de orde kwam, en kennelijk vonden en vinden de inwoners van dit stadje dat niet genoeg, want ze blijven maar pogingen doen Bekende Fransen als Grote Zoon van Uzès te adopteren, of beter gezegd: te annexeren. André Gide, de neef van Charles en Nobelprijswinnaar, is daar een goed voorbeeld van maar het meest springt toch de gang van zaken rondom Racine (de Franse Joost van den Vondel) in het oog. Toen deze Jean Racine nog niet een van de grootste (toneel)schrijvers en dichters van Frankrijk was, maar een volstrekt onbekend beginnend schrijvertje in Parijs - tevens student filosofie en rechten op een zeer katholiek Collège - begon hij zich regelmatig zo ernstig te misdragen (drank, vrouwen, alles) dat zijn familie hem voor straf naar verweggistan verbande, en wel naar Uzès alwaar zijn oom Antoine Sconin iets hoogs was aan het hof van de aartsbisschop - die oom zou Jean wel in het (religieuze) gareel weten te krijgen.
En zo arriveerde Racine - toen bijna tweeëntwintig jaar oud - op acht november zestienhonderdeenenzestig in dit stadje, waar hij door zijn oom in dit huisje werd ondergebracht:

Het optrekje staat - geheel in z'n eentje - aan de rand van het plateau boven de 'Ancien lavoir public' die in de aflevering van vorige week maandag uitgebreid aan de beurt kwam, en waarvandaan je zo'n prachtig uitzicht hebt over de vallei van de rivier de Alzon en op het verderop gelegen Nîmes. Het markeert tevens de overgang van het plateau - dat nu natuurlijk Plateau Racine heet - naar het wandelgebied met de grote kastanjes ('Les Marroniers'). Vanaf dat wandelgebied ziet het huisje - overigens voor al uw vakanties te huur via alle bekende webstekken - er zo uit:

(Rechts in de verte de geparkeerde auto's die overdag helaas het plateau mogen ontsieren, links in de verte een uitloper van de chique villawijk van dit stadje - daarachter ligt Nîmes.)

Vanuit het stenen hutje schreef de banneling Racine ontelbare brieven - de meeste daarvan aan de familieleden en vrienden die hij in Paris had moeten achterlaten - en vierentwintig van die brieven zijn gebundeld in zijn 'Lettres d'Uzès', dat hier door een lokale uitgever in negentienhonderd negenennegentig werd uitgebracht. Dat boekje, dat ik graag in zijn geheel had gelezen, is op dit moment helaas hartstikke uitverkocht - in alle boekwinkels weet men me te melden dat het wachten is op een nieuwe editie - maar her en der op het wereldwijde web zijn losse brieven te vinden (of fragmenten daarvan), en daaruit valt op te maken dat Racine het hier nou niet bepaald erg naar zijn zin had. Niet zo gek natuurlijk, hij was door zijn familie naar Uzès verbannen om de liederlijke praktijken af te leren waaraan hij zich in Parijs zo schuldig maakte, en afkicken doet pijn. Niks deugt er hier: dat grote gebied onder de Loire is eigenlijk meer een soort van buitenlandse provincie dan Frankrijk, in de liefde is hier alles "mediocre", Nîmes is een takkestad, en Uzès "la plus maudite ville du monde": het wekt geen andere gedachten op dan aan massale moordpartijen "ou à se faire pendre".
En dan is er, in een brief aan zijn Parijse neef Nicolas Vitart van zeventien januari zestienhonderdtweeënzestig, ineens, en nog steeds weet niemand waarom eigenlijk, die ene zin waarin hij schrijft dat de nachten in dit stadje beloften van uitzonderlijke schoonheid in zich bergen. En met die zin - en ook alleen die ene zin - zagen de Uzétiens hun kans schoon: Die Racine, die vond ons geweldig! Laten we hem adopteren (annexeren) als Grote Zoon van de stad! En nu zie je die zin dus overal: in de winkels op mokken en servetjes, op de markten op schorten en T-shirts, en op de gevel van het hotel aan het Place de l'Évêche:

En dat terwijl Jean Racine hier al met al nog geen anderhalf jaar heeft gewoond en er dus, zoals in die andere brieven te lezen valt, over het geheel genomen - op z'n zachtst gezegd - geen bal aan vond. Hoe vaak zou hij zich al hebben omgedraaid, in zijn graf in de Église Saint-Étienne-du-Mont in Parijs?
Stappen? 4430!
À la prochaine!
Post Scriptum
Uzès lift, kwa Racine, ook nogal mee op het enorme 'succès de scandale' van de film van ruim dertig jaar geleden met bijna dezelfde zin als titel en een debuterende Sophie Marceau:
Post Post Scriptum
Vandaag eenentachtig jaar geleden:
Comments