Donderdag 11 juni 2020
- Kees

- 11 jun 2020
- 2 minuten om te lezen
Van het Place de l'Échêvé gingen inmiddels drie zijden op de foto: de zuidkant met de cathédrale Saint-Théodorit, de oostkant met het voormalig bisschoppelijk paleis - thans onderkomen voor het kantongerecht en drie culturele instellingen - en de noordkant met het Hôtel du baron du Castille. De westkant, dat is dus aan de binnenstedelijke kant van de 'ring' zou, zo namen we ons voor, aan de beurt komen bij de gelegenheid van de heropening van de daar gevestigde brocanterie, tevens venduehuis. We gingen met enige regelmaat polshoogte nemen en zagen dan, tussen de tralies van de stijfgesloten schuifhekken door, steeds weer een grote lichte ruimte met daarin allerlei interessant ogende spullen, alles zo op het oog vooral bedoeld voor de bovenkant van de markt.
Vanochtend was die grote lichte ruimte ineens helemaal leeg, en na een kort moment van bezinning ging de westkant van het plein dus vandaag op de foto:

Rechts van de oleanders het Hôtel du baron de Castille - ooit het logeeradres voor kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders die in het naastgelegen bisschoppelijk paleis op audiëntie mochten komen en tegenwoordig het Uzétiaanse filiaal van Emile Garcin, de chicste makelaar van het land - en links van de bloemenweelde het gebouw - 'Jardin de Castille' boven de centrale ingang - waar tot voor kort dus al die mooie spullen stonden. Daaraan herinnert nu alleen nog het plexiglazen bord naast de deur:

Wat zou je hier nou toch eens kunnen beginnen, als het te huur komt te staan, binnenkort?
Het goede nieuws kwam vandaag uit Italië. Daar werd gisteren, zo las ik vanochtend op het terras van Le Provençal in de Midi Libre, het kunstwerk teruggevonden dat de interessantste levende kunstenaar van de wereld (het leven is geen wedstrijd maar toch is er een interessantste, raar hè?) maakte ter nagedachtenis van de negentig slachtoffers van de moordaanslag in de Bataclan op dertien november tweeduizend vijftien: in juni tweeduizend achttien bleek er ineens een portret van een treurig, verdrietig meisje op een van de nooduitgangsdeuren van de concertzaal te zijn geschilderd, en allerwegen werd en wordt aangenomen dat de mysterieuze Banksy hier meer van wist. In het begin van tweeduizend negentien bleek de deur - mét kunstwerk - ineens verdwenen, en nu is-ie dus teruggevonden in een boerderij op het platteland van de Abruzzen:

Vanavond een persconferentie van de Italiaanse politie met meer details, begrijp ik uit de krant.
Over persconferenties gesproken: gisteravond werd bekend dat Monsieur le Président Emmanuel Macron ons aanstaande zondag om acht uur 's avonds weer eens ruim tien televisienetten breed zal toespreken, dat wordt dan de vierde keer in deze periode van coronagedoe, en het barst hier in media van de speculaties: wat zal-ie gaan zeggen, waar zal het over gaan? De wildste verhalen circuleren, maar ik houd het er op dat het vooral zal gaan over het plan van de regering om de economie van dit land in de benen te krijgen dan wel te houden. Voor de uitvoering van dat plan zou vierhonderdzestig miljard euro klaarliggen. Misschien zegt-ie zondag ook iets over (de bevordering van) het toerisme, ook bijvoorbeeld vanuit het buitenland, en dan zou er een 'Kijk zuidwaarts!'-momentje kunnen opduiken.
Stappen? 3590!
Bon courage et à la prochaine!



Opmerkingen