Donderdag 20 augustus 2020
- Kees
- 20 aug 2020
- 2 minuten om te lezen
Over een week of twee is het 'la (grande) rentrée', en dus staat ze deze dagen in alle kranten, zelfs in Midi Libre - toch niet bepaald een dagblad dat veel aan cultuur doet:

La grande rentrée en Amélie Nothomb, dat hoort bij elkaar, al negenentwintig jaar. Als op die bijzondere dag - altijd een van de eerste dagen van september - in Frankrijk het gewone leven van voor de lange, lome zomervakantie wordt hernomen verschijnt er een nieuw boek van Nothomb. En van dat boek worden dan héél véél exemplaren verkocht - denk in honderdduizend-tallen - zodat ze tot ver in het najaar de bestsellerlijsten aanvoert. Dat is extra opmerkelijk omdat - typisch Frans fenomeen - alle uitgevers op die ene dag begin september bijna al hun nieuwe uitgaven voor het najaar en de winter in één klap op de markt brengen - er kunnen dan zo maar ruim achthonderd romans op één dag verschijnen.
Die boeken waar er zo enorm veel van verkocht worden zijn altijd enigszins aan de dunne kant, en bevatten altijd een verhaal dat overduidelijk autobiografisch is en op eenvoudige wijze en in vrij eenvoudige taal wordt verteld - wie op zoek is naar een dikke pil vol stilistisch vuurwerk waarin diverse protagonisten, diverse verhaallijnen en diverse tijdlagen op intrigerende wijze verweven zijn zal in het œuvre van Amélie Nothomb waarschijnlijk niets van haar of zijn gading vinden. Toch zijn ze altijd de moeite van het lezen waard, die romans van Nothomb, en voor wie de Franse taal (nog) niet voldoende machtig is: ze zijn bijna allemaal in het Nederlands vertaald. Alleen dus dat nieuwe boek ('Les Aérostats', éditions Albin Michel, achttien euro) nog niet, maar dat komt ook nog wel.
Niet alles kan lukken in het leven, en voor de verhevigde vorm van leven die we 'kunst' noemen geldt dat dubbel en dwars. Neem nou bijvoorbeeld de speciale editie die 'Les Azimutés d'Uzès' dit jaar van hun jaarlijkse zomerse fotografiemanifestatie hebben afgeleverd - niet zo makkelijk, natuurlijk, iets verzinnen dat de goedkeuring van de corona-politie kan wegdragen, maar het simpelweg ophangen van grote canvas-prints in de openbare ruimte is wel erg gemakzuchtig. Kijk, daar hangen ze, in de rue Xavier Sigalon, op een meter of vijf hoogte, met hier vooraan - ter hoogte van het huis waar in zeventienhonderdzevenentachtig de schilder waar de straat naar is genoemd werd geboren - de best gelukte van de zeven dubbelzijdig bedrukte canvassen:

Zo zijn er dus veertien foto's van evenzovele fotografen rond het thema 'Se réinventer pour célébrer notre belle terre' afgedrukt en opgehangen. Na een draai van honderdtachtig graden zijn hier de andere drie doeken te zien (op de achtergrond Place Albert 1er)

Algehele indruk? Beelden van sterk wisselende kwaliteit en kracht, in de openbaarheid gebracht op een wijze die lang niet alle foto's kunnen doorstaan, en die voorts door het geheel ontbreken van elke toelichting nogal in het luchtledige terecht zijn gekomen. Hopelijk krijgen de toppuntshoekigen volgend jaar de kans zich te revancheren.
Stappen? 2215!
À la prochaine!
Comments