Vrijdag 7 augustus 2020
- Kees
- 7 aug 2020
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 26 aug 2020
Bij het tamelijk geweldige Uzétiaanse filiaal van het Maison de la Presse zijn - naast kranten, bladen en kantoorspullen - ook kasten vol boeken te koop, maar daarnaast heeft dit stadje van net ietsje meer dan negenduizend inwoners ook nog twee grote en bepaald goed gesorteerde boekwinkels. (Dit is Frankrijk hè, cultuur doet er toe in dit land.)
De Librairie Parafeuille zit verstopt in de noordoosthoek van de Place aux Herbes, met de ingang rechts achter het terras van de hier al vaker besproken horecagelegenheid met de naam 'Les Terroirs', maar wie die ingang eenmaal heeft gevonden zal zich verbazen over de omvang van de winkel en het aanbod. Laten we de plaats en het belang van de Nederlandse letteren in Frankrijk eens proberen te bepalen. Dit is het bovenste plankje van het smalle kastje dat helemaal links achter in de hoek staat:

Hier staan dus: Enquist, Haasse, Wolkers, Mulisch, Grunberg, en Lanoye - en van elk van hen één exemplaar van één titel. Die zes boeken wonen trouwens, als een soort van vreemdgangers, in in het kastje met de (vertaalde) Scandinavische bellettrie dat in het totaal precies vijfenzeventig boeken bevat

en op zijn beurt zelf weer onderdeel uitmaakt van de aparte hoek met alle vertaalde literatuur, met links twee kasten met de Russen en andere oostblokkers (Sándor Marái!), en rechts een brede kast vol met uit het Duits vertaalde literatuur en daarnaast een smalle met oorspronkelijk in het Spaans geschreven boeken. (Dat hele dikke oranje boek in de Duitse kast, dat met die horizontale witte band, dat zijn de 'Journals' van Kafka.)

Er is, zo veel is wel duidelijk, nog veel goed werk te doen bij Het Nederlands Letterenfonds (v/h het NLPVfonds en het Fonds voor de Letteren).
Ondertussen is het hier elke dag vijfendertig graden, en vaak ook nog (ietsje) warmer: vandaag hadden we ruim zesendertig op de thermometers. Dat is ook voor dit Zuid-Franse stadje aan de hoge kant - ergens las ik dat we sinds twintig juni een ononderbroken serie meemaken waarin het elke dag een paar graden warmer is dan normaal in deze tijd van het jaar. De Fransen noemen zo'n periode een 'coup de chaud' of een 'coup de chaleur', en bedoelen daarmee zoiets als 'knap warm, maar nog geen reden voor extra maatregelen'; de Franse tegenhanger van het Nationaal Hitteplan zoals dat gisteren in Nederland van kracht werd komt pas uit de kast als een 'canicule' wordt verwacht. Daarbij is het belangrijkste verschil met de Nederlandse regeling dat er geen criteria zijn met betrekking tot de maximale temperaturen (overdag) - hartstikke warm is (wordt) het hier dan toch wel - maar dat er wordt beoordeeld of er sprake is van een 'canicule' aan de hand van de minimale temperaturen ('s nachts). De problemen ontstaan als het 's nachts niet meer (voldoende) afkoelt, de Fransen hebben het trauma op dit gebied uit tweeduizend drie nog zeer scherp op het netvlies, en daarom is de regel: canicule, met alle bijbehorende maatregelen, als de temperatuur drie of meer nachten achter elkaar niet onder de drieëntwintig dreigt te komen. En zover zijn we dus (nog) niet.
Nou kun je in deze tijd van (extreme) hitte natuurlijk 'Under the Volcano' (her)lezen, en huiverend meerillen met het delirium van de consul, tot en met die fameuze laatste zin ("Somebody threw a dead dog after him down the ravine.")(De film is ook zeer goed trouwens, excellente Albert Finney en een adembenemende Jacqueline Bisset.), of 'Ninety-two in the shade' op je e-reader binnenhalen (Niet de film doen, die is pet.), maar waarom zou je niet een van de allerbeste Franse boeken van de afgelopen jaren oppakken? In november van het vorige jaar verscheen de goed gelukte Nederlandse vertaling: (Alleen die platte titel, wie heeft dat verzonnen? - de Franse titel luidt 'Leurs enfents après eux' en geeft eindeloos veel genuanceerder weer wat er in het boek aan de hand is.)

De gelauwerde Nicolas Mathieu toont ons in zijn tweede roman de ontwikkelingen in het leven van een drietal jonge Fransen aan het einde van de vorige eeuw door in vier aparte delen in te zoomen op evenzovele snikhete zomers, waarbij de tijd telkens twee jaar verspringt. Dat doet-ie al geweldig, maar uitzonderlijk wordt dit boek door de wijze waarop Mathieu die ontwikkeling van vroege puber tot jonge volwassene schetst tegen de achtergrond van de maatschappelijke en sociaal-economische ontwikkelingen in de streek waar de protagonisten opgroeien, zo grofweg het gebied tussen Nancy en de grens met België en Luxemburg - dat is waar al die plaatsen liggen waarvan de naam op 'ange' eindigt - en daarmee laat interacteren. Een beetje alsof die omgeving, ook de gebouwde, een vierde personage is. Je zou dit boek een sociologische roman kunnen noemen - en een, als dat genre bestaat, meteorologische: wat ís het warm, vierhonderd en vijftien bladzijden lang.
Hé! Kijk nou! Het is vrijdag! Hoogste tijd voor de vrijmibo!
Dansen? Geen denken aan zeg, veels te warm voor. Muziek voor hangmat en schommelstoel hebben we nodig, voor balkon of veranda, als het maar in de schaduw is. Zoiets als Morcheeba, of Mazzy Star, beetje down-tempo, misschien een beetje dromerig, met fraaie dameszang, is dat er ook in het Frans?
Zeker wel. Pauline Rambeau de Baralon maakt - onder haar artistieke nom-de-plume P.R2B - intense muziek die niet in een hokje past; zoals we het het liefst hebben. Over een week of vijf komt haar eerste EPtje ("Des Rêves") uit, maar eerder dit jaar was er al een single met de titel 'La chanson du bal'. Ze maakt ook films, deze Pauline, en leverde zelf het intrigerende clipje af.
Klik en kijk: https://www.youtube.com/watch?v=C7U6johrXKY.
Kan ons het schelen, we nodigen Skye en Hope ook uit op onze veranda, gewoon omdat het kan. Wel een meter afstand houden, natuurlijk. Wie schenkt er nog wat in?
Stappen? 1233!
À la prochaine!
Commenti