Zondag 10 mei 2020
- Kees

- 10 mei 2020
- 2 minuten om te lezen
Onderweg naar de Place d'Austerlitz en de Esplanade (daar linksaf) of de Place aux Herbes (daar rechtdoor) passeer je niet alleen het Maison d'Uzès en de Jardin Médiévale - die morgen hopelijk weer open gaat - maar (ietsje verderop) zeker nog een dozijn andere intrigerende façades waarachter waarschijnlijk van alles schuil gaat dat we graag nader zouden bezien, bestuderen of beproeven. Het is daar het 'quartier' van de artistieke en artisanale beroepsuitoefening, zo staat her en der te lezen. Keramiek, schilderijen, sieraden, meubels, er wordt in dat buurtje van alles geproduceerd of gerestaureerd, en in de aanloop naar het déconfinement van morgen wordt nu stukje bij beetje duidelijk hoeveel wel niet. Zo stonden hier ineens alle luiken open:

Daar gaan we binnenkort zeker eens binnenkijken, niet alleen vanwege de prachtige zelfgemaakte sieraden (oorbellen!) in de etalage, maar ook vanwege het feit dat enige dagen geleden dit geschrift achter de etalageruit werd opgehangen:

Voor degenen onder ons die de Franse taal (nog) niet zo machtig zijn: zekere Martine Pech legt hier uit waarom de door haar gemaakte en binnen verkochte mondkapjes - die in Frankrijk trouwens gewoon 'masques' heten, want dat zijn het natuurlijk, maskers - negen euro kosten. Ze doet dat kennelijk om zich te verdedigen tegen beschuldigingen van geldwolverij en het proberen misbruik te maken van de omstandigheden, en dat doet ze heel goed. Haar producten zijn vanwege zaken als opleiding, ervaring en materiaalkennis het resultaat van het uitoefenen van een vak, en niet van een (wat uit de hand gelopen) hobby, en al helemaal niet te vergelijken met de maskertjes die de Giga Weidewinkels met ingang van morgen voor een tiende van de prijs (negentig eurocent) zullen gaan verkopen. Waarvan akte.
In de rue Nicolas Fromentin, die deze week al vaker ter sprake kwam, en ook een paar keer op de foto ging, bleken we iets later bij al onze vorige passages deze gevelsteen, hij hangt halverwege links en vrij hoog tegen de muur, te hebben gemist:

De straat is dus genoemd naar een zekere 'Micoulau Froument', schilder en iets met Avignon dat zich ter plekke niet helemaal liet ontcijferen, die daar dan ook zou zijn geboren. Alweer zo'n man, net als Xavier Sigalon eerder, waar ik echt nog nooit van gehoord had en waarover na thuiskomst eerst Wikipedia moest worden geraadpleegd. Dat leverde, zoals eigenlijk altijd bij die club, gelijk een boel informatie op: geboren in Uzès , ongeveer in veertienhonderdvijfendertig, waarschijnlijk opgeleid in Italië en Vlaanderen, en vanaf veertienhonderdvijfenzestig vooraanstaand lid van de schildersbent die 'la seconde école d'Avignon' werd genoemd. Aldaar in veertienhonderdzesentachtig overleden. (Voor het hele verhaal en de plaatjes, klik hieronder:
Aan het einde van de rue Nicolas Froment beland je dus, zoals afgelopen donderdag te zien viel, aan de achterkant van de Église Saint-Étienne alwaar je rechtsom door een klein poortje naar de Place aux Herbes kunt, of linksom naar de Boulevard Victor Hugo. Wie de tweede route kiest ziet eerst aan de linkerhand dit fijne straatje, dat de bewoners zelf 'Le Barry' hebben gedoopt, maar dat eigenlijk gewoon aan de Boulevard (rechts beneden) ligt

en daarna de voorkant van de kerk, met haar zeer opmerkelijke bolronde contouren:

Daarna is het dan nog maar een paar passen naar de Esplanade, het monument van gisteren, en de SPAR.
Stappen? 2420!
Bon courage et à la prochaine!



Opmerkingen