top of page
Zoeken

Zondag 14 juni 2020

  • Foto van schrijver: Kees
    Kees
  • 14 jun 2020
  • 3 minuten om te lezen

De regen trok weg, vannacht, en vandaag is het weer zonnig en gewoon zesentwintig graden in Uzès; we maken ons op voor de tweede periode in dit jaar die in Nederland als een hittegolf zou kwalificeren. Snel naar Le Provençal om te zien of Alex nog een stoeltje in de schaduw vrij heeft. Dat was het geval, en nadat ik ben gaan zitten en mijn Midi Libre heb uitgespreid komt een zeer jonge dame (vijftien?) me vragen wat ik wil drinken en ontspint zich vervolgens een curieuze dialoog die je zou kunnen opvatten als een illustratie bij de aflevering van gisteren van deze kleine verzameling praatjes met plaatjes, en de verhandeling over 'un p'tit café' en 'un cappu' daarin. Eerst moet ik de naam van de door mij gewenste versnapering tot twee keer toe herhalen, en nadat het er op lijkt dat ze heeft begrepen wat ik bedoel keert ze toch halverwege de bar terug op haar schreden om me ("Ik verzin dit niet") te vragen wat een cappuccino ook alweer is: dat is toch een grote koffie met een boel 'chantilly' erop? (Gelukkig staat Alex achter de bar, alles komt helemaal goed.)

Wanneer ik om me heen begin te kijken zie ik dat buurvrouw Scarlett aan het tafeltje naast me zit, ze knabbelt aan een 'danish' en praat met de jongeman die tegenover haar heftig zit te roken (rond de veertig, mediterraans uiterlijk, paars-wit gestreepte button-down, kikkergroen kunststoffen jack, moeilijke bril ergens halverwege oranje en bruin) en een goede vriend van de eigenaar van het veelgeprezen prachtpandje aan 19, rue S-R blijkt te zijn. Ze zijn allebei kunsthistoricus, mijn buren op dat terras (zij restaurateur in ruste, hij antiekhandelaar), en blijken allebei een band te hebben met de lage landen, en dan vooral België (haar jeugd, zijn studie), maar in het verlengde daarvan ook met de noordelijke Nederlanden. Scarlett - ik schat haar begin zeventig - vertelde me al veel eerder dat ze ooit heeft gezien dat er werd geschaatst op de grachten van Amsterdam, en haar tafelgenoot (ik had zijn naam niet goed verstaan, en durfde er later niet meer naar te vragen) wordt bijkans lyrisch als hij jeugdherinneringen aan een vakantie op 'Texél' ophaalt, (Of is het nou Tessél? Mag allebei, zeg ik, Texel-met-een-iks is de meer officiële benaming.) Omdat Scarlett niet weet waar Tessel ligt teken ik daarna met twee wijsvingers in de lucht - en in spiegelbeeld - de contouren van noordelijk Nederland en Duitsland en de bijbehorende reeks (wadden)eilanden. (En passant prijs ik daarbij Schiermonnikoog aan; geen dank Ineke, graag gedaan.)

Als de antiekhandelaar begint over het feit dat de hollandse (wolken)luchten zoveel kunstenaars - ook uit meer zuidelijke streken - hebben geïnspireerd, en daarbij René Magritte noemt, en ik - die in dit geleerde gezelschap natuurlijk zo nodig moet laten zien dat ik ook niet van de straat ben - achteloos de naam van Jacob van Ruysdael laat vallen, om daar aan toe te voegen dat het in dat licht gezien misschien wel wat vreemd is dat Van Gogh in het jaar achttienhonderd achtentachtig juist vanuit de noordelijke Nederlanden naar Zuid-Frankrijk (Arles) trok omdat, zoals hij ergens schreef, ik parafraseer mijn geheugen, nergens ter wereld het licht zo mooi was als in Arles en Avignon, dan blijkt dat we een thema voor een lang gesprek hebben - en weet ik wat ik straks op de foto ga zetten, tijdens mijn wekelijkse wandeling op zondagochtend.

Het uitzicht van de Place de l'Évêché bijvoorbeeld, en vanaf het plein voor de kathedraal van Saint-Théodorit het zicht op Saint-Étienne, die bovenop zijn Église staat en daar vandaan dit stadje in de gaten houdt:

En het uitzicht vanaf de rand van het platteau waarop Uzès is gebouwd, natuurlijk, in de richting van Nîmes, dat ergens achter gindse heuvelen ligt:


Stappen? 4524?

Bon courage et à la prochaine!

 
 
 

Comments


© 2023 by Train of Thoughts. Proudly created with Wix.com

Thanks for submitting!

bottom of page