Zondag 31 mei 2020
- Kees

- 31 mei 2020
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 26 aug 2020
Er zijn, zoals bekend, maar twee dingen zeker in het leven: de dood en de belastingen. Dat tweede ding krijg je met flink wat oefenen wel in de vingers, zo moeilijk is het nou ook weer niet, maar dat eerste ding hè, dat eerste ding...
Wie op het hoogste punt van de heuvel waar Uzès tegenaan is gebouwd (bij het Domaine Saint Firmin, honderdtweeënzestig meter is het daar) op de nabijgelegen vijfsprong kiest voor de chemin du Cimetière en na een paar honderd meter - heuvel af over gloednieuw asfalt - linksaf slaat komt na een meter of dertig voor deze poort te staan:

In het kader van het 'confinement' waren ook alle begraafplaatsen in dit land gesloten, maar al in de eerste fase van de versoepeling van de regels, het 'déconfinement', mochten ze vorige week weer open voor belangstellenden - ze gingen gelijk op met de 'lieux de culte'. Dit stadje, met op dit moment zo'n negenduizend inwoners, bleek er een opmerkelijk grote begraafplaats op na te houden. Dit is het overzicht vanaf het hoogste punt - de poort door, scherp naar rechts en dan die dertig meter terug naar de hoek (achter het muurtje rechts voert de chemin verder de heuvel af)

en hier, meer vanuit het midden, is niet zo zeer de diepte als wel de gehele omvang goed te zien:

Voor de goede orde: dit is alleen het oudere gedeelte van de begraafplaats, links achter die bomen ligt, enigszins verdiept, het bijna evengrote nieuwe deel - versgedolven graven en alles - maar daar ga je natuurlijk niet zo maar een beetje lopen te fotograferen, ook niet als er (zoals vanmiddag) niemand is.
Wie de poort door gaat en dan scherp linksaf slaat komt na een meter of twintig bij een huisje met een kraan en een half dozijn grote grijze gieters. Daar begint ook, blijkens een bordje, het 'carré 6' en wel met een veldje waar tamelijk nieuwe, witte, en niet al te grote, kruisjes in twee rijen van twaalf in het gelid staan. Hier zijn, zo'n anderhalf jaar geleden, bij gelegenheid van de 'centenaire' van de wapenstilstand van negentienhonderd en achttien, de resten van alle onbekende Franse soldaten die tijdens La Grande Guerre op het grondgebied van Uzès sneuvelden 'pour la patrie' vanwege het bestuur van de gemeente gezamenlijk herbegraven, zo valt te lezen op de bijgeplaatste plaquette.

Welke (reis)schrijver was het ook alweer die schreef dat-ie, als-ie in een nieuw dorp of stadje kwam altijd eerst de begraafplaats en daarna het café bezocht? Paul Theroux? Eerst kijken wie er de machtigste familie is of de machtigste families zijn, en daarna aan de toog alle verhalen verteld krijgen. Het grootste, omvangrijkste monument op deze begraafplaats staat langs het brede centrale pad, op ongeveer twee derde en aan de linkerkant:

Hier liggen (de stoffelijke resten van) dertien leden van de familie De Labruguière begraven, met onder andere Camiel, die ooit niet alleen 'colonel' was maar ook 'député du Gard', en Yvan, in het midden van de negentiende eeuw - dit moest ik even opzoeken - zestien jaar lang burgemeester van Uzès.
Op alle begraafplaatsen in Frankrijk zie je ze, en dus hier ook: vergeten graven. Ik telde er een stuk of tien, en allemaal zien ze er ongeveer zo uit:

Vlak voor mijn vertrek naar Frankrijk kreeg ik van iemand een notitieboekje (mét pennetje) op binnenzak-formaat. Het leek haar dat dat wel eens van pas zou kunnen komen, en niet eerder was ik haar daarvoor zo dankbaar als vanmiddag op die begraafplaats. Nu kan ik, nu kunnen zij en ik, nu kunnen wij allemaal, al is het maar voor even, Hélène Mialhe aan de vergetelheid ontrukken. Zij is het die hier in het jaar negentienhonderd en zesendertig op vierentwintig april werd begraven. Van het op de foto nauwelijks zichtbare kleine, emaillen bordje met nagenoeg geheel verweerde krulletters dat achterop die roestige omheining is gemonteerd schreef ik verder over: 'née le 26 Mai 1915' - ze was dus nog pas twintig toen ze overleed, Hélène Mialhe - en 'Épouse GUET'. Wat zou er van die meneer Guet geworden zijn? Hier ligt hij in elk geval niet, hier ligt alleen Hélène Mialhe - 'Regrets Éternels'.
Wie het brede, centrale pad helemaal afloopt beland uiteindelijk op de rand van de begraafplaats, en bij dit monument

het 'Sépulture' van de 'Filles de la Charité d'Uzès'. Op de zes kleine plaquettes die voorop zijn aangebracht staan in het totaal negentien namen vermeld. De laatste is die van Elise Faradeche, zij overleed ruim vijfenzestig jaar geleden, in negentienhonderd vierenvijftig.
Stappen? 5434!
Bon courage et à la prochaine!



Opmerkingen